Verkeer Oostenrijk

Algemeen

  •  TIP: Euro95 heet in Oostenrijk regelmatig “Super”.
  • Op snelwegen is voor auto’s en motoren een vignet verplicht. Voor campers boven de 3500 kg is een Go-Box verplicht
  • U moet rechts rijden en links inhalen.

Dashcam

Het gebruik van een dashcam is verboden.

Geluidssignalen

  • Het geven van geluidssignalen is verplicht in situaties waarbij de verkeersveiligheid in gevaar kan komen; in plaats van een geluidssignaal mag ook een lichtsignaal worden gegeven.
  • In de buurt van kerken, scholen en ziekenhuizen en ’s nachts moet het geven van geluidssignalen zo veel mogelijk worden vermeden.

Inhalen

  • Rijdende trams moet u rechts inhalen, tenzij er rechts onvoldoende ruimte is; op eenrichtingswegen mag u de tram ook links inhalen.
  • U dient minimaal 20 meter achter een tram te blijven, als u deze niet kunt of wilt inhalen.
  • U mag stilstaande trams stapvoets voorbijrijden als u in- en uitstappende passagiers niet hindert en minstens 1,5 m ruimte in de breedte vrijlaat.
  • U mag een stilstaande schoolbus met knipperende oranje waarschuwingslichten niet voorbijrijden.
  • Inhalen is verboden vanaf 80 meter voor een spoorwegovergang en direct erna.

Parkeren

  • Als u langer dan 10 minuten stilstaat wordt u geacht te parkeren.
  • Het parkeren langs een uitsluitend voor fietsverkeer bestemde fietsstrook is toegestaan.
  • U mag wachten voor een uitrit en op een tram- of busbaan, mits u aan het stuur blijft zitten om de weg indien nodig vrij te maken.
  • In een kortparkeerzone kunt u minimaal 30 minuten en maximaal 3 uur parkeren. Deze zone wordt aangegeven met een aan de rechterkant van de weg geplaatst vierkant wit bord met daarop afgebeeld het bord ‘Verboden te parkeren’ en daaronder de tekst ‘Kurzparkzone’. Er kunnen blauwe markeringen zijn aangebracht op het wegdek, de stoeprand, lantaarnpalen e.d. Staat het bord aan de linkerkant van de weg, dan geldt de zone alleen aan die kant. Het einde wordt aangegeven met het bord in de kleur grijs en daaroverheen een zwarte diagonale balk.
  • In de meeste grote steden moet u in deze zones betalen. Tickets hiervoor kunt u kopen uit de automaat of bij metrostations, banken, tabakswinkels (‘Trafik’), tankstations en dergelijke. Voor meer informatie zie www.oamtc.at/parken.
  • U mag uw caravan niet zonder uw auto alleen achterlaten op een openbare parkeergelegenheid (bijvoorbeeld een parkeerplaats langs de autosnelweg). Met name in natuurgebieden en langs meren bestaan restricties (die per provincie anders kunnen zijn) betreffende het parkeren van een caravan. Bij twijfel doet u er verstandig aan ter plaatse navraag te doen.
  • Het is verboden te parkeren langs een zigzagstreep of een onderbroken gele streep aan de kant van de weg.

Stopverbod

  • Het is verboden te stoppen langs een doorgetrokken gele streep aan de kant van de weg en binnen 15 m van een tram- of bushalte.

Pech

  • Een praatpaal langs de autosnelweg is voorzien van licht. Dit wordt als knipperlicht in werking gesteld bij spookrijders, verkeersongevallen, files, mist en dergelijke. Als dit licht knippert, moet u snelheid minderen en opletten voor het naderen van een gevaarlijke situatie.

Rijden onder invloed

  • Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,49 promille. Voor bestuurders die korter dan twee jaar een rijbewijs hebben is de limiet 0,1 promille.
  • Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.

Rijstroken

  • Als binnen de bebouwde kom een weg uit minstens twee rijstroken voor iedere richting bestaat, bent u vrij om te kiezen welke rijstrook u wilt gebruiken, ongeacht de snelheid van het verkeer op de andere rijstroken. Buiten de bebouwde kom mag dit alleen in druk (file)verkeer.
  • Een linkerrijstrook waarin tramrails liggen mag u niet gebruiken.
Slepen
  • Het slepen van motorvoertuigen is op autosnelwegen voorbehouden aan sleepdiensten. Het slepen van een auto m.b.v. een trinagel is op autosnelwegen derhalve niet toegestaan.

Verkeersborden

  • Er komen twee varianten van het ronde verkeersbord met rode rand en een blauw veld, met daaroverheen een rode diagonale balk, dat een parkeerverbod aangeeft:
  • Een witte Romeinse I in het blauwe veld onder de diagonale rode balk: parkeerverbod op de oneven dagen van de maand aan de zijde waar het bord staat.
  • Een witte Romeinse II in het blauwe veld onder de diagonale rode balk: parkeerverbod op de even dagen van de maand aan de zijde waar het bord staat.
  • Een wit rond bord met een rode rand, een naar links of rechts afbuigende zwarte pijl en daaroverheen een rode diagonale balk betekent ‘Verboden links (of rechts) af te slaan’.
  • Een vierkant blauw bord met daarop een omgekeerde witte letter T betekent ‘Doodlopende weg’.
  • Op autosnelwegen wordt met het elektronische signaleringssysteem gewaarschuwd voor spookrijders. U ziet dan het bekende driehoekige waarschuwingsbord met rode rand, waarbinnen onderaan twee zwarte autosilhouetten (gezien van de achterzijde) zijn afgebeeld. Daarboven een rood autosilhouet (gezien van de voorzijde) met eronder een rode pijl die omlaagwijst naar de beide zwarte auto’s.
  • Een oranje band op een lantaarnpaal betekent dat deze niet de gehele nacht brandt.

Verkeerslichten

  • Wanneer rood en geel tegelijkertijd branden moet u zich gereedhouden voor wegrijden.
  • Een groen knipperlicht (viermaal) betekent gereedhouden om te stoppen.
  • Bij geel licht geldt doorrijden als een overtreding, tenzij u de kruising zo dicht bent genaderd dat stoppen eigenlijk niet meer kan.

Voorrang

  • Alle bestuurders van rechts hebben voorrang.
  • Voorrangswegen zijn herkenbaar aan:
    • Het bord ‘Voorrangsweg’.
    • Een blauw vierkant bord met een wit wegnummer.
  • Trams hebben altijd voorrang.
  • Overstekende kinderen hebben altijd voorrang.
  • Het is verboden op voorrangswegen binnen de bebouwde kom te keren, behalve op door verkeerslichten of op andere wijze geregelde kruisingen.
  • Als het aantal rijstroken op een rijbaan minder wordt, moet het verkeer op de doorgaande rijstrook het verkeer op de eindigende rijstrook gelegenheid geven tot invoegen (ritssysteem).
  • Op smalle bergwegen moet degene die het makkelijkst kan uitwijken of terugrijden voorrang verlenen.

Bijzondere verkeersregels

Filerijden

  • Als zich op auto(snel)wegen een file vormt, moet u zo veel mogelijk rechts of links rijden zodat er in het midden genoeg ruimte overblijft voor hulpvoertuigen.
  • Op wegen met meer dan twee rijstroken moet die ruimte gemaakt worden tussen de meest linkse en de rechts daarvan gelegen rijstrook.

Veiligheidsvest.

Een veiligheidsvest is verplicht, bij pech dient dit gedragen te worden.

Terug naar de Oostenrijk pagina.

Share